Onder de neonlichten met je gebolde handen. Ratelend de dobbelstenen loslaten. Het snelle tikken op de tafel. ‘Vivaaaaa Las Vegas’. Met bonzend hart denk je aan Elvis ‘All you need’s a strong heart and a nerve of steel’.
Als een echte gokker moet je dobbelen en zo veel mogelijk geld vergaren.
In het midden liggen zes casino’s, elk met één getal van de dobbelsteen. Daarnaast liggen de biljetten die je kunt verdienen. Minimum totaal is $ 50.000,-. De biljetten variëren van $ 1.000,- tot en met $ 90.000,-. Dus er is dus veel te winnen.
Ben je aan de beurt, dan rol je jouw dobbelstenen. Van het resultaat kies je één getal, en daarvan plaats je alle dobbelstenen op het bijhorende casino. De andere dobbelstenen bewaar je voor de volgende ronde. Dit doet iedere speler totdat alle dobbelstenen zijn geplaatst.
Als alles is geplaatst, wint degene met de meeste dobbelstenen op een casino het biljet met de hoogste waarde. Hebben twee spelers een gelijk aantal dan krijgen ze beide niets.
Las Vegas is een verassend tactisch-geluk-spelletje. Je moet geluk hebben met je worp. Maar de tactiek is het plaatsen van de dobbelstenen. Reageren op acties van anderen is dan ook altijd handig.
Wat dit ontzettend leuk maakt is het psychologische spel tussen de spelers. De snelheiden eenvoud zorgen er namelijk voor dat je bij je qui-vive moet blijven. Bijna automatisch geef je ongevraagd advies. Ook tactische trucjes als je geld tellen kan veel effect hebben. Maar, denk dan wel aan Kenny ‘There’ll be time enough for countin’ when the dealin’s done’.