De Romeinen konden niet succesvol zijn zonder een goede economie. Produceren, 
verkopen, inkopen …. Eigenlijk alles wat geld opleverde, maar dan met houtenwagens en bootjes.
Doel is simpel, rondreizen, investeren in productiegebieden en actiekaarten binnen halen die veel punten opleveren.
Iedere speler begint met een aantal kaarten. Per beurt speel je daarvan één kaart uit. Zo’n kaart heeft een actie als: extra kaarten kopen, produceren of je kolonisten laten bewegen en bouwen.
In een stad kunnen meerdere spelers een gebouw neer plempen, maar de tweede betaald wel extra sestertiën. Om te bouwen moet je wel altijd steen hebben, daarnaast het product dat er wordt geproduceerd. Gelukkig wordt alles tegen betaling vanuit de algemene voorraad geleverd. Ook kun je extra kaarten kopen, zodat je meer mogelijkheden hebt.
Natuurlijk is het noodzakelijk dat je in de gaten houdt waar je punten mee scoort. En dat is bijna alles! Maar het één zet meer zoden aan de dijk dan het ander. Juist de kaarten in je dek kunnen veel punten opleveren.
Een goede tactiek is om niet als enige in een provincie te gaan zitten, dan kun je namelijk van elkaar profiteren. Aan de andere kant wil je niet te veel last van andere habitantes in criminalibus hebben. Met de kaarten moet je afwegen wat de goede zijn en wanneer je die aanschaft.
Mijn plezier steeg bij het voortschrijden van de puntentelling. Na ieder onderdeel vroeg ik mij angstvallig af of ik zou gaan winnen. Een leuk onderdeel als je werkelijk ziet als je wint, sicut et ego.